Inhalt

Historischer Rundweg - Bord 16

Alt–Weeze

Het restaurant met aparte zaal ontwikkelde zich tot een geliefde locatie voor het verenigingsleven van Weeze.

Het vrijstaande, twee verdiepingen tellende woonhuis met schilddak werd tijdens een verbouwing in 1900 voorzien van historisch pleisterwerk en etalages. Het pand werd omstreeks 1860 gebouwd en behoort tot een van de oudste bewaard gebleven woonhuizen van Weeze.

Herbergiers

Omstreeks 1900 bevonden zich in de gemeente Weeze, bestaande uit de gemeenten Weeze, Wissen en Kalbeck, in totaal 26 ‘café-restaurants‘, waarvan een op Wissens grondgebied. In 1869 opende het echtpaar Wilhelm en Johanna Stevens een eetgelegenheid in het woonhuis aan de Bahnstraße met de naam ‘Zum roten Hahn’. Vier generaties lang bleef het restaurant in eigen bezit. Het waren de dochters die de familietraditie in stand hielden: in 1903 namen Caspar Macherey en Maria, meisjesnaam Stevens, het restaurant over, dat vervolgens van 1940 tot 1963 door dochter Maria en echtgenoot Wilhelm Koppers werd gerund. Van 1963 tot 1971 waren Helga en Arthur Eickelbeck de eigenaars. Hierna leidde Wilma Hünnekens, meisjesnaam Koppers, samen met haar echtgenoot Franz het restaurant. Zij gaven het de huidige naam ‘Alt-Weeze’.

Bijeenkomsten

Het restaurant met zaal ontwikkelde zich tot een populair restaurant voor het verenigingsleven in Weeze. Zo kwamen de muziekvereniging van Weeze, de fanfare, de Speedway-club en de konijnenfokkers en bijenhouders hier regelmatig bijeen. Na een grote verbouwing in 1955 kreeg de zaal een nieuw uiterlijk met een podium en een totale grootte van 350 m². Tijdens dansbijeenkomsten bood de zaal plaats aan 450 personen en bij zitfeesten aan 650 personen.

In de rijk versierde zaal vonden altijd het kerstfeest van de officiers en teams van het toenmalige RAF-vliegveld Laarbruch (tot 1999) plaats en dansbijeenkomsten. Ten tijde van het Royal Air Force-vliegveld op Laarbruch had Alt-Weeze een internationaal karakter. Hier kwamen Duitsers en Britten gezellig bijeen voor een glas bier of een ‘Kasawubu’. Dit drankje, een bijzondere creatie van het echtpaar Hünnekens met schnapps (jenever of brandewijn), frambozensiroop en oploskoffie, was erg populair onder de gasten.

De jaarlijkse grote carnavalszittingen van het Weezer mannenkoor en het prinsenbal van de ‘Johannes-Schützen’ vormen in Alt-Weeze een lange traditie. De zaal is niet alleen gevuld bij de vermakelijke voorstellingen van toneelvereniging ‘Thalia’ uit Weeze, maar ook tijdens de Nederduitse avonden van de VVV en heemkundevereniging.

Niet meer in familiebezit

Na 1993 werd het restaurant aan een drankengroothandel in Moers verkocht en wordt tegenwoordig verpacht.

De grondleggers van restaurant ‚Zum roten Hahn‘: (zittend) Johanna en Wilhelm Stevens, links dochter Maria, rechts haar broer, foto omstreeks 1890

De grondleggers van restaurant ‚Zum roten Hahn‘: (zittend) Johanna en Wilhelm Stevens, links dochter Maria, rechts haar broer, foto omstreeks 1890

Uitbater Caspar Macherey, ansichtkaart omstreeks 1910. De uitbater was voorzitter van de horecavereniging van Weeze. Bij zijn restaurant hoorde ook een traditionele kegelbaan.

Uitbater Caspar Macherey, ansichtkaart omstreeks 1910. De uitbater was voorzitter van de horecavereniging van Weeze. Bij zijn restaurant hoorde ook een traditionele kegelbaan.

De zaal van restaurant Alt-Weeze (voormalig restaurant Koppers), zaal, ansichtkaart uit 1965.

De zaal van restaurant Alt-Weeze (voormalig restaurant Koppers), zaal, ansichtkaart uit 1965.

Maria, meisjesnaam Macherey, en Wilhelm Koppers runden het restaurant vanaf 1940. Foto uit de jaren vijftig.

Maria, meisjesnaam Macherey, en Wilhelm Koppers runden het restaurant vanaf 1940. Foto uit de jaren vijftig.

Gastheer Caspar Macherey in zijn karakteristieke houding. Vandaag de dag vertellen de oude Weezenaren nog grappige verhalen over Caspar en zijn vrouw Maria, meisjesnaam Stevens. Zo zou Caspar na een klacht van een gast, dat de schnaps niet koud genoeg was, hebben geantwoord: 'Kalt es hej, gej halt emblooßte lang inne Mull.' (Koud is het wel degelijk, maar u houdt het te lang in de mond).

Gastheer Caspar Macherey in zijn karakteristieke houding. Vandaag de dag vertellen de oude Weezenaren nog grappige verhalen over Caspar en zijn vrouw Maria, meisjesnaam Stevens. Zo zou Caspar na een klacht van een gast, dat de schnaps niet koud genoeg was, hebben geantwoord: “Kalt es hej, gej halt emblooßte lang inne Mull.” (Koud is het wel degelijk, maar u houdt het te lang in de mond).